El DMX512, también denominado DMX a secas es el protocolo más utilizado en la actualidad en luminotécnia. La luminotécnia permite el control de la iluminación en espectáculos. El DMX permite controlar múltiples elementos visuales emisores de luz, como cañones, luces estroboscópicas y otros, desde un único emisor.

El XLR o Cannon es un tipo de conector que suele conectarse en líneas balanceadas. De hecho, es el conector balanceado más utilizado para aplicaciones de audio profesional, y también es el conector estándar usado en equipos de iluminación espectacular, para transmitir la señal digital de control "DMX". Su apodo cannon, por el que es más conocido en España se debe a que los primeros que se usaron en este país, estaban fabricados por la marca ITT/CANNON, y llevaban "cannon" grabado en el chasis. Cuenta con tres patillas y su conexión habitual en Europa para señales de audio es la siguiente: para la tierra o malla. para la señal de ida o fase, conocida como vivo o caliente para la señal de vuelta o contrafase, conocida como retorno o frío. Está disponible en la versión de 3 pins y 5 pins.

Impedantie (Z) is de mate van weerstand die een circuit biedt aan een stroom wanneer een spanning wordt aangelegd. Impedantie breidt het concept van weerstand uit naar wisselstroomcircuits (AC), en heeft zowel grootte als fase, in tegenstelling tot weerstand, die alleen grootte heeft. Wanneer een c

DMX512, a menudo abreviado como DMX (Digital MultipleX), es un protocolo electrónico utilizado en luminotécnia para el control de la iluminación de espectáculos, permitiendo la comunicación entre los equipos de control de luces y las propias fuentes de luz.

Afhankelijk van de installatiebehoefte en het type onderstel, trolley of stoel kunnen we verschillende soorten bevestiging vinden. Een van de meest voorkomende vinden we:

A - Doorgaand gat: het heeft een gat waarin een schroef of steel wordt gestoken. Het is een heel eenvoudig installatiesysteem. Ideaal voor wielen die niet veel belasting mogen dragen.
B - Schroefdraadsteel: Het heeft een schroefdraadsteel of moer, het is met een moer aan het oppervlak bevestigd. Het is meestal het meest gebruikte bevestigingssysteem.
C - Hoekplaat: Het zijn meestal minder gebruikte bevestigingssystemen, ze hebben zijplaten om op de basis te bevestigen.
D - Plaat: Het heeft een rechthoekige of vierkante plaat op het oppervlak, het bevat 4 of meer bevestigingsgaten aan de basis, het is een van de meest voorkomende.
E - Gladde steel: de steel zonder draad wordt in het vrouwtje van de basis gestoken, we kunnen het vinden in de typische bureaustoelen met wielen, tv-meubels enz ...